· 

Epiplatys fasciolatus

Epiplatys fasciolatus, die zo’n 70-80 mm lang kan worden, komt van nature voor in een breed gebied ten zuiden van Guinee-Bissau langs de kusten van Guinea en Sierra Leone tot aan het westen van Liberia. Deze soort komt voornamelijk voor in de moerasriviertjes en andere kleine stroompjes, maar de populaties variëren sterk vanwege de wisselende omstandigheden in het regenwoud. Andere populaties die men hier aantreft zijn E. njalaensis en Scriptaphyosemion roloffi.  

In het aquarium

Om deze vissen te kunnen houden is een minimummaat van aquarium van 80x30 cm nodig. Als filter adviseert men een waterflow van 4-5 maal het volume van het aquarium.  Om een zo natuurlijk mogelijke inrichting te bieden plaatst men het best veel planten in een zandachtige bodem met wortelhout en takken. Het geheel maakt men compleet met bladeren op de bodem, die op hun beurt een leefomgeving bieden voor allerlei micro-organismen. Deze vormen een waardevolle secundaire voedingsbron voor de vissen.
In de natuur gedraagt deze vis zich als een kleine roofvis en voedt zich met micro-organismen en kleine ongewervelden. In het aquarium accepteert deze vis niet te groot droogvoer en levend of diepvriesvoedsel, zoals artemia, daphnia, grindalwormen, enz. Kleine insecten, zoals krekels en fruitvliegjes worden ook graag gegeten door deze vissen.
De vissen verlangen een gedempte lichtbron, dat eenvoudig is te verkrijgen door het toevoegen van drijfplanten, zoals Ceratopteris. Planten als Microsorum, Taxiphyllum en Anubias bieden voldoende schuilplaatsen voor de vissen.
De temperatuur van het water houdt men het best tussen 22-27 °C, waarbij de zuurgraad tussen de 5 en 7 moet liggen.

 

Foto boven : Epiplatys fasciolatus (mannetje)

Foto onder : Epiplatys fasciolatus (vrouwtje)

 

Bronnen en foto’s:

 

www.seriouslyfish.com