· 

Pangio kuhlii

Acanthophtalmus kuhlii

 

De slangenvis wordt ook wel de Indische Modderkruiper genoemd, en is afkomstig uit Zuid-Oost-Azië. Hun kleur is geel-bruin of geel-zwart verticaal gestreept. Ze worden 10 tot 12 cm, en vind je op de bodem van je aquarium, waar ze hun eten zoeken. Het zijn groepsvissen, en ze zijn actief in het donker. Je kan ze voeren met allelei levend voer, maar voer ze s’avonds, want het zijn nachtvissen.

 

Modderkruipers zijn bodembewoners. Sommige soorten blijken zich zelfs in de modder of in het zond in te graven. Op die manier kunnen ze aan

hun jongen ontsnappen en de winter gerieflijk doorbrengen. De baarddraden worden gebruikt bij

de jacht op voedsel, dat voornamelijk uit wormen en insektelarven bestaat. Algen worden soms ook gegeten, al moet men niet denken dat een zwaar bealgd aquarium grondig wordt schoongemaakt.

Het normale voedsel wordt verkregen door de oppervlakte van de modder of het zand op eetbare deeltjes uit te kammen. Onverteerbare deeltjes verlaten de vis via de kieuwopeningen.

De ademhaling van de Modderkruipers is zeer bijzonder. Bij een groot aantal soorten vindt ademhaling door de darm plaats. Is het water te sterk verontreinigd, dan komen de dieren naar het wateroppervlak om lucht te happen. Lucht wordt ook geademd als het water, waarin ze leven, opdroogt en ze zich in de modder ingraven. De wand van het laatste deel van de darm is rijk aan kleine bloedvaatjes en doet dienst als long. Via de aarsopening wordt de verbruikte lucht uitgedreven,

wat te zien is aan gasbelletjes.