· 

De zwarte fantoomzalm

De zwarte fantoomzalm

 

Biotoop
De fantoomzalm behoort tot de soortenrijke familie van de karperzalmen (Characidae) en draagt  naast zijn Nederlandse naam ook nog de naam Megalamphodus megalopterus. Het verspreidingsgebied van de zwarte fantoomzalm  in het Mato Grosso-gebied, voornamelijk in de bovenlopen van de Rio Xingu, de Rio Araguaia, de Rio Tocantins en de Rio Guaporé.
De soort is in 1915 door Eigenmann ontdekt. Later bleek, dat er in elk geval diverse plaatselijk verschillende vormen te onderscheiden zijn. Deze lokale varianten zijn onderling heel goed te kruisen, waardoor de determinatie moeilijk wordt. Rood is bij de meeste soorten  de hoofdkleur  (er zijn 6 soorten onderscheiden). Waarschijnlijk heeft dit een functie als hulpmiddel bij het in stand houden van de soort, als in de donkere oerwoudriviertjes nader contact moet worden gezocht. Een camouflagefunctie, in samenhang met de rode kleilaag van de rivierbodem, is het meest denkbaar.

 

Beschrijving
Volwassen M. megalopterus-mannen bereiken een lengte van ongeveer 4,5  cm. De vrouwtjes zijn iets kleiner en ook minder imposant om te zien. De rugvin en in iets mindere mate ook de anaalvin kan bij de man bijzonder groot worden. Bij grote opwinding kleuren die bovendien intens zwart, net diepzwarte vlaggen. De lichaamskleur is bij de mannen variërend van lichtgrijs tot rook- of grijszwart. De vrouwtjes zijn meer donkergrijs met  een roodzweem. De vinnen blijven daar ook aanmerkelijk kleiner dan bij de mannen en vertonen een mengeling van rood en grijszwart. Opvallend is bij beide geslachten de diepzwarte, speerpuntachtige vlek, welke omgeven is door een iriserende, parelmoerkleurige band. Deze schoudervlek dient als herkenningsmiddel  voor soortgenoten. Het ruitvormige lichaam wijst er al op, dat we hier niet met een snelle zwemmer te maken hebben. Een dergelijke lichaamsvorm is meestal kenmerkend voor vissen die het liefst in de onderste tot middelste waterlagen vertoeven, afwisselend zwemmend of rustend tussen beplanting. Iets, waarmee in het aquarium rekening kan worden gehouden.

 


In het aquarium
Voor de fantoomzalm kunnen we ervan uitgaan, dat het dier thuis hoort in zacht, zuur water. De hardheid bedraagt  4-8°DH, de pH ongeveer6-6,5. Als temperatuur wordt 23-25°C aangehouden. Het water is bruin van kleur, vrij helder en meestal matig stromend. De bodem bestaat voornamelijk uit afgevallen blad en verder uit klei. Een aquarium voor of met fantoomzalmen moet natuurlijk aan een paar eisen voldoen als we er plezier van willen hebben. We nemen daarom een flinke randbeplanting, met een trapsgewijze opbouw en een geheel begroeide voorgrond. Het middengedeelte kunnen we afwisselend laag en hoog beplanten. Fantoomzalmen prefereren een wat diffuse belichting. U kunt hun verblijf het beste 'normaal' verlichten, maar door het aanbrengen van drijfplanten schaduweffecten teweeg brengen.

 

Bronnen:

 


Het Aquarium, juni 1977, R. Franken

Tropische Aquarium Vissen Encyclopedie, 8e  druk 2003, E. Verhoef-Verhalen