De schaakbordcichlide is werkelijk een van de mooiste dwergcichliden van Zuid-Amerika. Hij is echter niet zo gemakkelijk te houden omdat hij nogal wat eisen aan de watersamenstelling stelt.
Maar voor de aquariaan met een beetje ervaring is hij zeer goed te houden in een speciaal-aquarium, en onder bepaalde omstandigheden ook in een gezelschapsaquarium. De Schaakbordcichlide heeft
een stompe snuit en een slank lichaam. Vooral het vinnenstelsel van het mannetje is zeer mooi; zij zijn prachtig rood van kleur met een blauw iriserende glans. De vrouwtjes blijven enkele cm
kleiner dan het tot negen cm groot wordende mannetje. Haar vinnen zijn voornamelijk doorschijnend. Bij geslachtsrijpe vrouwtjes zijn de buikvinnen echter rood gekleurd, ook hebben ze geen
liervormige staart. De geblokte tekening is bij beide geslachten vrijwel altijd aanwezig. De soort is afkomstig uit het centrale Amazonegebied. In de stroomgebieden van de Rio Negro en de Orinoco
wordt de Schaakbordcichlide vaak ook in de netten aangetroffen wanneer de Kardinaaltetra gevangen wordt. Ze komen vooral in rustig stromende riviertjes met een redelijke oever- en randbegroeiing
voor. Het water is licht zuur en erg zacht van samenstelling. Daarom is het aan te raden ook in het aquarium voor zacht water zorg te dragen, liefst met een totale hardheid van onder de l 0°DH.
Het water kunnen we het best houden met een zuurgraad waarvan de pH tussen 6,0 en 6,5 ligt.
In een speciaalaquarium zijn de Schaakbordcichliden vaak erg schuw. Om deze schuwheid enigszins weg te nemen, kunnen we een schooltje zalmpjes of een groepje levendbarenden in dezelfde bak
zetten. Door de levendige dieren in de zwemruimte zullen de schuwe vissen vaak uit hun schuilplaatsen tevoorschijn komen. Vooral zalmpjes, barbelen en levendbarenden zijn goed voor deze truc te
gebruiken omdat zij snel gewend raken aan het onderhoud in maar vooral ook aan onze bezigheden vóór het aquarium.
Als in de winkel de geslachten al te onderscheiden zijn (mannetjes een gevorkte staart en vrouwtjes rode buikvinnen), dan is het verstandig om één mannetje en enkele vrouwtjes aan te schaffen
omdat deze cichlide een man-moeder-familie vormt, zoals die ook bij de Apistogramma-soorten voorkomt. Als inrichting stelt deze soort een zeer dichte beplanting, waartussen ze zich kunnen
terugtrekken, erg op prijs. Op de voorgrond kan de beplanting laag gehouden worden.
Het verschil met Dicrossus filamentosus foto links is, dat Dicrossus gladicauda (rechts) één verlengde vinstraal heeft en niet in de Rio Negro voorkomt, maar wel in de Rio- Atabapo en Inirida. Dicrossus filamentosus heeft twee verlengde vinstralen en komt voor in de Rio Negro. Verder is de tekening hetzelfde, hoewel die tekening wel stemmingsafhankelijk is. Soms zijn de zwarte ‘blokjes’ geheel verdwenen en is het een streep-tekening geworden, vooral als ze wat ouder worden en gaan baltsen.
Biotoop
In de omgeving van de plaats waarop deze dieren leven, stroomt het water snel en is de bodem van de rivier zanderig en bezaaid met rotsen. Het water is helder en heeft ongeveer een diepte van 80
cm. De pH-waarden en de watertemperaturen liggen respectievelijk tussen 5,3 tot 6,5 en 24 en 28 °C.
In de rivierbochten hopen zich bladeren op en daarboven zwemmen veel jonge vissen. De vissen proberen de bladeren om te draaien om te zien of zich daaronder iets eetbaars bevond. Datzelfde gedrag
kun je ook in het aquarium zien.
Bronnen:
Het Aquarium, 1993 mei, Peter-Jan Taheij
Het Aquarium, 2010 juli/augustus, Ernst van Genne