In deze tijd, waarin de beroemde Hollandse plantenbak een centrale rol inneemt in de aquaristiek wordt de liefhebber terzijde gestaan door een zeer uitgebreid assortiment van geschikte
aquariumplanten. In dit assortiment nemen de moerasplanten een vooraanstaande positie in. Zij kleuren vaak mooier, hun bladvormen zijn schitterend en hun toepassingsmogelijkheden onbegrensd. Geen
wonder dat de meeste aquariumhouders blindvaren
op moerasplanten en hun aquaria hiermee volzetten, af en toe voor het contrast afgewisseld met een bosje echte waterplanten. Toch is juist deze categorie
aquariumplanten veel belangrijker dan de moerasplanten die tegenwoordig de aquaria overheersen.
Het belang van waterplanten voor het aquarium is zo groot dat algemeen wordt geadviseerd om tenminste 50% van de plantensoorten in een aquarium
uit echte waterplanten te laten bestaan. Het belang van echte waterplanten (of zoals u wilt: zuurstofplanten) wil ik met een aantal argumenten benadrukken.
1) DECORATIE
Een groep echte waterplanten is net zo decoratief als bijv. een groep Cryptocorynen of een straatje opgebouwd uit Vaantjesplanten. Wie heeft er niet een bos Vallisneria als hoekvuller of
middenzoneplanten in het aquarium staan? Ook de zeer fijne bladkransen van Myriophyllum, Ceratophyllum- en Limnophilasoorten worden vaak als sterk punt of zelfs als blikvanger gebruikt. Een groep
waterplanten is net zo decoratief als een groep moerasplanten.
2) SCHUILPLAATSEN
Een flinke groep snel groeiende waterplanten biedt door de hoge opbouw schuilplaatsen aan vele jonge visjes, die daardoor relatief veilig kunnen opgroeien.
Ook schuwe en opgejaagde vissen maken graag gebruik van een dichte bos water planten om er te kunnen schuilen.
3) AFZETSUBSTRAAT
Fijnbladige waterplanten worden door een groot aantal vissoorten gebruikt om er hun eieren in of te zetten. De eitjes blijven tussen de vele kleine
blaadjes hangen en zullen dus niet op de bodem terechtkomen, waar ze zullen worden opgegeten. Ook beschermt de dichte bladstructuur de eieren
tegen eierrovers. Na uitkomst van de larven zullen deze voedsel vinden in vorm van infusorieen, die in enorme aantallen tussen de blaadjes leven.
4) ZUURSTOFLEVERANCIERS
Ongetwijfeld de belangrijkste functie van waterplanten is de productie van zuurstof. Dit zuurstof ontstaat als eindproduct wanneer de plant door
middel van bladgroen (chlorofyl) glucose maakt uit water en kooldioxide. Dit proces wordt fotosynthese genoemd. Bij dit proces speelt licht een onmisbare
rol. 's Nachts zal de plant wegens gebrek aan licht geen zuurstof produceren, maar dit tijdens de ademhaling juist verbruiken. De plant produceert bij
deze ademhaling koolzuur zoals alle ademende organismen dat doen. Om aquariumplanten gezond te houden moeten ze worden "gevoerd". Omdat aquariumwater door de doorgaans grote hoeveelheid
planten op relatief weinig water snel voedselarm raakt, zal om verhongeren van de planten te voorkomen de gebruikte voedselvoorraad moeten worden aangevuld. Allereerst gebeurt dit ongemerkt bij
de wekelijkse waterverversing, omdat het (geprepareerde) leidingwater waarmee dit gebeurt rijk is aan voedingsstoffen. Dit kan eventueel worden aangevuld met een vloeibaar
bemestingspreparaat.
Een van de belangrijkste voedingsstoffen voor planten is ijzer (Fe). Omdat dit in leidingwater slechts in onbruikbare vorm voorkomt en ook de meeste
mestpreparaten geen bruikbaar ijzer bevatten, zal dit meestal apart moeten worden toegediend.
Een tekort aan ijzer kenmerkt zich door gele, verkommerde bladeren die aangevreten lijken te zijn. Dit noemen we ijzerchlorose. Zools reeds gezegd, is koolzuur onmisbaar bij de productie van
zuurstof. In aquaria die te weinig koolzuur bevatten groeien de planten dan ook slecht. De vissen, die bij hun ademhaling koolzuur produceren, zorgen meestal niet voor een grote voorraad, zodat
in vele aquaria 's middags een tekort aan koolzuur ontstaat en de plantengroei dus dan stokt of zelfs stopt.
Vele aquoriumhouders, gebruiken dan ook C02-depots, die een constante stroom koolzuur waarborgen. Dat ook dit nadelen heeft spreekt voor zich. De beplanting kan zo aan deze aanvoer gewend raken
dat een tijdelijke of permanente stagnering van de CO2-toevoer rampzalige gevolgen heeft voor de planten. Overigens halen waterplanten niet alleen met hun vele bladeren voedingszouten uit het
water; vele soorten met een bladrozet voeden zich in mindere mate ook via hun wortels. Een goed voorbeeld hiervan zijn Vallisneriasoorten.
Vele drijfplanten zijn in grote mate van hun wortels afhankelijk wat betreft hun voeding, terwijl de benodigde koolzuur via de drijfbladeren uit de atmosfeer betrokken wordt. Genoeg reden dus om
nooit de lange wortels van Pistia stratiotes of Ceratopterissoorten of te knippen.
Pas de laatste jaren is bekend geworden, dat waterplanten niet alleen hun voedsel uit het water opnemen, maar dat ook ziektekiemen uit het water
worden gefilterd om de plant als voedsel te dienen. Dit is zonder twijfel een van de voornaamste redenen dat in florerende, goed beplante aquaria
met voldoende echte waterplanten zelden ziektes voorkomen. Net zoals hogere planten hebben ook groene algen deze gave.